Direct naar artikelinhoud
ProfielMathieu van der Poel

Wielrenner Mathieu van der Poel was net zo makkelijk voetballer geworden

Een jaar zat Mathieu van der Poel op de talentenschool van voetbalclub Willem II. Met succes. Fysiek, techniek, snelheid en tactisch inzicht was allemaal goed. Selecteren, zeiden ze in Tilburg. Maar de solist Van der Poel koos voor de wielersport.  

Mathieu van der Poel als voetballertje in het rood-geel van KSK Kalmhout.Beeld Nicolas Claeys

Elke keer als Mathieu van der Poel op tv juichend in beeld komt, weet Jac Havermans (75) al wat zijn vrouw gaat zeggen. ‘Die had niet op de fiets moeten zitten, Jac, maar bij Willem II moeten voetballen. Die hadden jullie er goed bij kunnen hebben.’

Havermans scoutte in 2003 de achtjarige Van der Poel als voetballertje van de Belgische amateurclub KSK Kalmtout. Een jaar maakte Van der Poel deel uit van de zogeheten talentenschool van de Tilburgse eredivisionist. Naast de trainingen bij zijn eigen club kreeg hij elke woensdagmiddag voetballes in Tilburg, een klein uur rijden vanaf zijn Vlaamse woonplaats Kapellen.

Thuis, in het Brabantse Gilze, heeft Havermans nog het zestien jaar oude scoutingsrapport liggen. Hij citeert: ‘Fysiek: zeer goed. Techniek: goed. Snelheid: goed. Tactisch inzicht: ruim voldoende. En nu komt het, drive: uitmuntend. Elke keer als ik hem op de fiets zie, denk ik: ja, dat had hij toen ook al, die ongebreidelde wil om te winnen.’

Oppermachtig

Voordat de coronacrisis toesloeg, was er geen twijfel mogelijk: Mathieu van der Poel zou zondag in de Ronde van Vlaanderen van start gaan als een van de favorieten. Vorig seizoen verraste hij vriend en vijand door in zijn eerste seizoen op de weg direct al Dwars door Vlaanderen, de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race te winnen. In het veldrijden was hij al langer oppermachtig en op de mountainbike wilde hij voordat de Spelen werden verplaatst naar 2021, goud halen in Tokio.

‘Zo iemand als Van der Poel, die kan alles’ verzuchtte Tim Declerq, renner van Quick-Step, vorig jaar. Met pingpongen zal hij waarschijnlijk ook winnen. Talent is universeel.’

Van der Poel was in zijn jeugd een sportief multitalent. Dat hij op de fiets zat, wekte geen verwondering. Zijn vader, Adrie, won eind jaren tachtig de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik, zijn opa, Raymond Poulidor, zegevierde in Milaan San-Remo en in Ronde van Spanje. Maar ‘Matje’ deed in zijn jeugd ook aan turnen, tennis, atletiek en voetbal.

Bij KSK Kalmhout, een amateurclub met bijna 500 leden en 22 elftallen, speelde hij tot zijn 12de in het rood-geel. ‘Als voetballer was ik niet al te technisch’, zei Van der Poel in 2018 in de Belgische krant Het Nieuwsblad over zijn kwaliteiten. ‘Maar ik kon goed lopen en had een goed inzicht.’

Jochie met persoonlijkheid

Scout Havermans was in 2003 logistiek medewerker in een ziekenhuis. In de weekeinden struinde hij in ruil voor een kilometervergoeding en een gratis seizoenskaart de amateurvelden af om talentvolle pupillen op te sporen voor Willem II. Tijdens één van die speurtochten viel zijn oog op ‘een fanatiek menneke met een rappe handelingssnelheid’.

‘Het klinkt misschien gek, want hij was amper acht jaar’, zegt Havermans. ‘Maar toen al viel me zijn persoonlijkheid op. Hij vuurde zijn ploeggenoten aan en ging voorop in de strijd. En ook bijzonder: de meeste jongens van die leeftijd worden boos als de coach zegt wat ze moeten doen. Mathieu niet. Die vroeg juist om meer aanwijzingen, zodat hij beter kon worden.’

Bij KSK Kalmthout was vader Adrie (60) acht jaar de trainer van zijn zoon. Niet zonder succes, want diverse keren vierden de duiveltjes, zoals pupillen in België worden genoemd, een kampioenschap. ‘Ik heb helemaal niet zo veel verstand van voetbal’, glimlacht senior als die periode ter sprake komt. ‘Maar als ik zo terugkijk, heb ik het eigenlijk best aardig gedaan.’

Als oud-topsporter wist Van der Poel zijn fanatisme goed te beteugelen. Wel zorgde hij er voor dat de spelertjes, hoe jong ook, er representatief uitzagen. ‘We waren denk ik de enige duiveltjes die op hun trainingspak ook hun initialen hadden staan’, zegt Nicolas Claeys (25), destijds linksbuiten. ‘We hadden ook allemaal onze eigen bidons. Dat soort dingen regelde Adrie bij Rabobank. We zagen er superprofessioneel uit.’

Mathieu van der Poel op de Paterberg tijdens een verkenning van de Ronde van Vlaanderen van 2019.Beeld BELGA

Befaamd waren de frieten die Adrie via een kennis gratis liet afleveren bij de club. Die hoefden alleen nog maar te worden afgebakken. De jongetjes aan de friet, hun ouders aan het bier. Claeys: ‘De zaterdagen waren een feestje.’

Nicolas Claeys was niet alleen teamgenoot, maar ook klasgenoot van Mathieu van der Poel. Alle twee ontvingen ze in het najaar van 2003 een brief van Willem II. Niet dat het hen veel zei overigens. Ze volgen de eredivisie in het Vlaamse Kapellen nauwelijks. ‘De Nederlandse competitie kenden we helemaal niet zo goed’, zegt Claeys. ‘Bovendien: als ik bij Mathieu ging spelen, dan gingen we meestal wielrennen.’

Wekelijks togen de twee met hun vaders in een door Adrie geritseld busje van Rabobank op woensdagmiddag naar Tilburg om mee te doen in de zogeheten talentenschool. Ze speelden er onderlinge partijtjes en deden positiespelletjes en afwerkoefeningen. Van de 180 geselecteerden bleven er slechts negen over, onder wie Van der Poel.

Scout Havermans: ‘Als er een jongetje was afgevallen, legde Mathieu vaak een hand op zijn schouder. Ik vond dat veelzeggend. Hij was behalve een persoonlijkheid ook heel sociaal.’

Het hele jaar door volgde Van der Poel de extra trainingen in Tilburg. Hij bleef tot het laatst toe over. Die selectie mocht, voorafgaand aan de wedstrijd Willem II - Vitesse, een onderlinge wedstrijd spelen. Claeys herinnert zich dat het stadion al aardig volstroomde. ‘Tegenwoordig doen ze dat niet meer, zo’n voorwedstrijd spelen’, vult Havermans aan. ‘Waarschijnlijk vanwege het gras. Doodzonde. Maar hoe mooi is het voor die mennekes om in een echt stadion te spelen.’

Op 30 maart 2004 zette de scout van Willem II de letters ‘GES’ achter de naam van Van der Poel en Claeys. Ofwel: selecteren. Dat zou betekenen dat hij daadwerkelijk tot de jeugdopleiding zou worden toegelaten en het rood-wit-blauwe shirt zou mogen dragen. Het voetbal zou serieuzer worden.

Wielerhart

Toch kwam Van der Poel nimmer tussen de vier lichtmasten van het Willem II-stadion te spelen. Er moesten keuzes worden gemaakt. Op de woensdagmiddag kwam voor hem ook de fietstraining op het programma te staan. De keuze werd: voetbal of wielrennen. ‘En uiteindelijk klopte zijn hart meer voor het wielrennen’, zegt Havermans. ‘Adrie vond het ook ver rijden, elke week naar Tilburg. ‘En ze zijn nog zo jong, die mennekes’, zoiets zei hij ook, kan ik me nog herinneren.’

Wat ook meespeelde, zegt Adrie, is dat een individuele sport beter bij het karakter van zijn zoon paste. ‘Mathieu had er een hekel aan als ploeggenoten de kantjes er vanaf liepen. Hij wilde liever zijn eigen ding doen. Als hij dan verloor, kon hij alleen zichzelf de schuld geven.’

Tot zijn twaalfde ging Van der Poel nog door met voetballen bij Kalmthout, maar toen kwam ook daar een einde aan. De keuze voor de fiets bleek een succes: al bij de junioren werd Van der Poel in het Amerikaanse Louisville wereldkampioen cross. In diezelfde categorie kroonde hij zich tot de beste tijdrijder van Nederland. In 2014, tien jaar na zijn kortstondige stage bij Willem II, behaalde hij bij de profs zijn eerste zege in het veldrijden.

Wat een drive

Ook voormalig teamgenoot Claeys ging destijds niet bij Willem II door. Hij werkt nu als bediende bij Katoen Natie, een groot logistiek concern. Soms ziet hij Mathieu nog fietsen in het dorp, voor een training. Via WhatsApp stuurt hij af en toe een berichtje. ‘Mathieu reageert altijd meteen. Hij is altijd sociaal betrokken gebleven.’

Van de spelers die in 2004 de talentenschool van Willem II doorliepen, braken er slechts twee door. Joeri Konraat schopte het tot RKC. Sven van de Kerkhof voetbalde voor Eindhoven en Helmond Sport en staat nu onder contract bij het Belgische KFC Eperanza Pelt.

Had Van der Poel ook profvoetballer kunnen worden als hij voor Willem II in plaats van de fiets had gekozen? Vader Adrie denkt van niet, Claeys twijfelt. ‘Als Mathieu nou echt zijn focus op voetbal had gelegd, weet je het nooit.’ Scout Jac Havermans kent minder twijfels, ook al duurde de jeugdige flirt van Van der Poel met het profvoetbal slechts een seizoen. ‘Er zijn heel veel goede voetballers die het niet hebben gered omdat ze niet de juiste mentaliteit hadden’, zegt hij. ‘Juist dat was bij Mathieu dik in orde. Met zijn drive had hij een heel eind gekomen.’

Tijd voor een mentale pauze

In plaats van zich op te maken voor de voorjaarsklassiekers werkt Mathieu van der Poel noodgedwongen zijn trainingsritjes af op de wegen rond zijn Belgische woonplaats ’s-Gravenwezel. In België mogen de renners met twee man naast elkaar rijden, mits ze dat elke keer met dezelfde persoon doen. In zijn broer David heeft Mathieu zijn vaste trainingspartner.

Op de mountainbike traint Van der Poel wel met verschillende renners, maar zo lang de afstand verder dan anderhalve meter is, vormt dat geen probleem. ‘Mathieu redt zich aardig’, zegt vader Adrie, ‘al zou het fijn zijn als de beperkende maatregelen na 1 juni weer voorbij zijn. Maar goed, dat geldt nu voor iedereen natuurlijk.’

Het wegvallen van het wielervoorjaar geeft Van der Poel zondag onder meer de kans om met fans een ‘social training ride’ te maken door een fictief trainingslandschap inclusief kasseienstroken en beklimmingen. En bovendien, zo vertelde hij in een dubbelinterview met Tom Boonen in Het Laatste Nieuws: ‘Al een paar jaar ga ik van doel naar doel. Deze gedwongen pauze is ook een kans om een mentale pauze te nemen.’

Het coronavirus zette een dikke streep door twee van zijn grote doelen dit seizoen: olympisch goud halen op de mountainbike en een gooi doen naar de zege in de monumenten Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Ook zijn titel verdedigen in de Amstel Gold Race is dit jaar niet mogelijk.

Van der Poel ging in februari, nadat hij bij het veldrijden wereldkampioen was geworden, een week op skivakantie om de accu op te laden voor het voorjaarsseizoen. Hij kwam langzaam in vorm in de Ronde van Algarve, maar moest Omloop Het Nieuwsblad laten schieten door een zware griep (geen corona). Het trainingskamp in het Spaanse Benicasium werd half maart afgebroken vanwege de uitbraak van het coronavirus.

Gevraagd naar hoe goed hij was, zei hij onlangs tegen de Belgische tv-zender Sporza: ‘Ik denk dat we aardig op schema lagen. We hebben veel cijfers van de training, maar een echte indicatie heb je natuurlijk pas in koers. We zullen het nu nooit weten.’ Mochten de voorjaarsklassiekers in het najaar worden verreden dan verkiest hij die boven de start van het veldritseizoen.